Er zaten zeven kikkertjes
Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot.
De sloot was toegevroren, de kikkertjes half dood.
Ze kwekten niet, ze kwaakten niet,
van honger en verdriet.
Ze kwekten niet, ze kwaakten niet,
van honger en verdriet.
De jongste, die een wijsneus was, zei tot zijn kameraads,
Die malle nachtegalen, wat hebben die een praats,
Was eerst het ijs maar in de dooi,
wij zongen eens zo mooi.
Was eerst het ijs maar in de dooi,
wij zongen eens zo mooi.
Maar toen de lieve lente kwam, zij kwaakten de oude wijs.
Als zij dat zingen noemen, wens ik ze weer in ’t ijs.
Ik geef die kikkers allemaal,
voor ene nachtegaal.
Ik geef die kikkers allemaal,
voor ene nachtegaal.
Meer kinderliedjes
Er zaten zeven kikkertjes op Youtube
Dat de winter vervelend is voor kleine dieren die afhankelijk zijn van water laat dit kinderliedje van vroeger duidelijk horen. In Er zaten zeven kikkertjes treuren de kikkers over het bevroren water dat zij moeite hebben genoeg eten en drinken te vinden om te overleven. Zij proberen echter uit alle macht te blijven kwaken en dat is wat ze sterk maakt. Leer jij jouw kinderen ook altijd door te blijven gaan?